Er zijn in Nederland verschillende onderwijstypen voor het voortgezet onderwijs:
Praktijkonderwijs (PRO):
Bereid leerlingen voor op de arbeidsmarkt; is voor leerlingen die naar verwachting geen vmbo-diploma kunnen halen;
VMBO:
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) bestaat uit 4 leerwegen. Leerlingen kunnen daarbinnen kiezen uit tien profielen. Het vmbo duurt 4 jaar. Een leerweg in het VMBO geeft een bepaald niveau en een bepaald soort programma aan: van heel praktisch tot vooral theoretisch. Leerlingen maken pas een definitieve keuze voor een leerweg aan het einde van het tweede leerjaar.
HAVO:
HAVO staat voor hoger algemeen vormend onderwijs en duurt vijf jaar. Met een HAVO-diploma kan je kind doorstromen naar een HBO-opleiding of het VWO. Doorstromen naar het mbo kan ook, mits jouw kind een overgangsbewijs heeft van 3 naar 4 havo. Havisten doen examen in 7 vakken
VWO:
VWO staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het VWO duurt 6 jaar. Met een VWO-diploma kan je doorstromen naar de universiteit of het HBO. Doorstromen naar het mbo kan ook met een overgangsbewijs heeft van 3 naar 4 VWO . VWO -leerlingen doen examen in 8 vakken. Binnen het VWO wordt onderscheid gemaakt tussen het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Op het diploma staat vermeld of een leerling gymnasium of atheneum heeft gevolgd.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.