De keuze van peuteropvang is persoonlijk. Er kunnen verschillende overwegingen meespelen
Informeer ook bij familie en vrienden in je omgeving naar hun ervaringen. Vraag om een rondleiding en een gesprek, want dit is de beste manier om een indruk te krijgen en sfeer te proeven. Hoe ziet het gebouw eruit, wat voor leerlingen zitten er op de opvang en hoe gaan ze met elkaar om?
hier vind je peuteropvangadressen in Noord Brabant:
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
Heb je het gevoel dat jouw kind niet goed past in de groep of dat jouw kind zich net wat anders ontwikkelt dan de andere kinderen bij de opvang?
Mijn kind huilt heel veel. Zijn de driftbuien van mijn peuter normaal? En hoe kan ik daar mee omgaan? Mijn dochter in groep drie is nog niet helemaal zindelijk. Een lastige eter aan tafel. Mijn zoon van negen vindt het moeilijk om met andere kinderen samen te spelen. Ik denk dat mijn dochter wordt gepest. Mijn puberzoon is zo somber…
Als je moeite hebt met de Nederlandse taal, kan je tegen vele vragen of problemen aanlopen. Zo kan het lastig zijn om formulieren te begrijpen of vragen hebben over wetten en regelingen. Er zijn meerdere instanties die hierbij ondersteuning kunnen bieden.
Een goed kinderdagverblijf is vaak een heel persoonlijke keuze. Het allerbelangrijkste is dat jij en je kind je er op je gemak voelt. Daarom is een goede afweging vooraf heel belangrijk. Maak voor jezelf een lijstje met zaken die voor jou belangrijk zijn. Bezoek een aantal kinderdagverblijven en bespreek jouw lijstje met de pedagogisch medewerker. Laat ook je gevoel spreken: als jij je er op je gemak voelt, is de kans groot dat dit ook voor je kind geldt.
Het is niet nodig om een diagnose zoals ADHD of autisme te hebben, voordat de school extra hulp kan geven. Maar een diagnose kan de school soms wel helpen om te weten welke hulp je kind nodig heeft.
Praat er eens over met mensen in je omgeving die je vertrouwt. Hoe zien zij je kind? Valt ze iets op? Leg jouw beeld voor en kijk hoe zij reageren. Wie weet zien zij het anders en kunnen zij met je meedenken. Het kan ook zijn dat je je niet gesteund voelt door mensen uit je omgeving. Als je zelf het gevoel hebt dat er iets aan de hand is met je kind, probeer dan op je eigen gevoel te vertrouwen.
Vragen over de taalontwikkeling van je kind tot 4 jaar kan je altijd stellen bij het consultatiebureau. Voor kinderen vanaf 4 jaar kan je hiervoor terecht bij de GGD of bij je huisarts.
De school of de ouders kunnen contact opnemen met de jeugdarts als het niet goed gaat met een kind. De jeugdarts denkt ook mee als een kind naar speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO) gaat, of als een kind tijdelijk niet (elke dag) naar school kan.
Heb je vragen over passend onderwijs, wil je advies of praten met iemand die met je meedenkt? Dan kun je terecht bij de school van jouw kind of bij het oudersteunpunt. Ieder samenwerkingsverband heeft een ouder- en jeugdsteunpunt. Het is er om jou als ouder te helpen en werkt onafhankelijk.
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.