Ouders hebben in Nederland het recht om zelf een school te kiezen voor hun kind. Dat geldt in principe ook voor het kiezen van een S(B)O school.
Ook als je in jouw eigen gemeente een S(B)O school hebt, waar je kind naartoe kan gaan, kun je tóch kiezen voor een vergelijkbare school in een andere gemeente. Het is echter wel zo dat je dan zelf het vervoer moet regelen.
De gemeente vergoedt (onder bepaalde omstandigheden) het leerlingenvervoer naar de dichtstbijzijnde passende S(B)O voorziening.
Je kunt de beleidsregels leerlingenvervoer van de gemeenten terugvinden op de gemeentelijke website.
De school heeft zorgplicht. Dit houdt in dat jullie samen op zoek gaan naar een school die het beste de specifieke ondersteuning kan bieden die jouw kind nodig heeft. Elk kind heeft namelijk recht op onderwijs dat het best passend voor hem of haar is. Dit gebeurt bij voorkeur op een plek waar jouw kind zich samen met andere kinderen kan ontwikkelen.
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
Het is belangrijk dat je als ouder goed samenwerkt met de school. Jij kent je kind goed en ziet hoe het thuis met je kind gaat. En jij weet wat je kind nodig heeft. De school ziet hoe het met je kind op school gaat.
De basisschool stelt het advies voor leerlingen in groep 8 op. Als je het als ouder niet eens bent met het advies van de school, kan je de volgende dingen doen:
Het is niet nodig om een diagnose zoals ADHD of autisme te hebben, voordat de school extra hulp kan geven. Maar een diagnose kan de school soms wel helpen om te weten welke hulp je kind nodig heeft.
De meeste kinderen kunnen zelfstandig naar school of worden door ouders gehaald of gebracht. Soms is dit niet mogelijk, bijvoorbeeld door ziekte of handicap of doordat je kind een speciale vorm van onderwijs bezoekt.
Een school mag een leerling weigeren als de school vol is. Maar, een school moet altijd een consequent en transparant toelatingsbeleid voeren. Daarbij hoort dat het toelatingsbeleid ook voor de ouders toegankelijk is.
De schoolleiding en leerkrachten en jij als ouder natuurlijk, mogen gegevens over jouw kind inzien en ook samen bespreken. Ook mag de onderwijsinspectie altijd om informatie over kinderen vragen, zodat de inspectie kan onderzoeken of een school zijn werk goed doet.
Soms heeft de school gegevens van jouw kind nodig. Bijvoorbeeld een verslag van een onderzoek of behandeling. De school mag alleen verslagen lezen als jij hier toestemming voor geeft. Zeg niet zomaar ja of nee. Denk goed na welke informatie nodig is om met de school te delen. Je kunt eerst vragen stellen aan de school. Waarom ze de informatie nodig hebben bijvoorbeeld. En wie het allemaal kunnen lezen.
Als kinderen dreigen uit te vallen in het reguliere onderwijs, omdat zij, naast onderwijs ook zorg nodig hebben, kunnen onderwijszorgarrangementen (OZA’s) voorkomen dat ze thuiszitter worden. In de OZA’s worden zorg en onderwijs gecombineerd met de bedoeling dat een kind weer voldoende welbevinden en zelfvertrouwen krijgt om weer aan het onderwijs deel te kunnen nemen.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom jij en de school iets anders vinden. Jij ziet je kind thuis, ziet hoe het zich voelt en luistert naar wat het vertelt over school. De leerkracht ziet jouw kind alleen op school. Deze situaties kunnen anders zijn. Ook kan het zijn dat jij en de school anders denken over wat je bij jouw kind ziet.
Soms bestaat een deel van de extra hulp van je kind uit jeugdhulp. Scholen en gemeenten werken dan samen door te zorgen voor arrangementen en maatwerk.
De leerplichtambtenaar is in dienst van de gemeente. De leerplichtambtenaar controleert of kinderen wel naar school gaan. Alle kinderen tussen 5 en 16 jaar die in Nederland wonen zijn leerplichtig. Dit geldt ook voor kinderen met een andere nationaliteit. En voor kinderen van asielzoekers en vreemdelingen.
Veel scholen vragen aan ouders elk jaar een financiële bijdrage. Deze bijdrage is altijd vrijwillig, ouders mogen er zelf een besluit over nemen en zijn niet verplicht om deze te betalen.
De school waar je kind vandaan komt, moet informatie over je kind geven aan de nieuwe school. Die nieuwe school kan een andere reguliere school zijn, speciaal onderwijs of de middelbare school. De school geeft de informatie door het maken van een onderwijskundig rapport (OKR).
Een onderwijszorgarrangement (OZA) is speciaal ontwikkeld voor kwetsbare kinderen die het alleen redden op school als er extra ondersteuning en zorg op school wordt ingezet.
Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Dit doen ze meestal voor meer dan één school. Soms is een schoolbestuur ook verantwoordelijk voor kinderopvang. Wanneer scholen en opvang helemaal geïntegreerd zijn spreken we van een integraal kindcentrum (IKC).
In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) legt de school ten minste eenmaal per 4 jaar vast hoe zij de ondersteuning van leerlingen invult. In dit document staat wat de basisondersteuning is, maar vind je ook de extra ondersteuning die de school kan bieden met hulp van het samenwerkingsverband.
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
Scholen voor speciaal onderwijs (SO) zijn er voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben.
Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn bedoeld voor leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben bijvoorbeeld omdat ze een leerachterstand hebben of er moeilijkheden spelen in de opvoeding. Het SBO is voor leerlingen die het op een gewone basisschool niet redden. Deze leerlingen hebben een lichtere problematiek dan leerlingen op een school voor speciaal onderwijs (SO).
Een transparant toelatingsbeleid betekent dat de school bijvoorbeeld in de schoolgids en/of op de website van de school een toelichting kan geven over het beleid.
Als een leerling op meerdere scholen wordt aangemeld, wordt aan ouders gevraagd welke school hun voorkeur heeft. Deze voorkeurschool krijgt zorgplicht. Bij de aanmelding geven ouders aan of zij verwachten dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft.
ls je het niet eens bent met de geboden plek, heb je een aantal mogelijkheden. De eerste stap is samen met de school proberen om een oplossing te vinden. Als je er met de school niet uitkomt kun je de volgende stappen zetten: * Ouders kunnen contact opnemen met het samenwerkingsverband van de school van aanmelding. * Ouders (of school) kunnen de hulp inroepen van een onderwijsconsulent. * Ouders kunnen bezwaar maken bij het bevoegd gezag van de school. * Ouders kunnen een oordeel vragen aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs. * Ouders kunnen een oordeel vragen aan het College voor de Rechten van de Mens. * Ouders kunnen naar de rechter stappen.
Steeds meer kinderen in Nederland kunnen om financiële redenen niet meedoen aan activiteiten die voor hun leeftijdsgenootjes heel normaal zijn. Zij staan vaak letterlijk aan de zijlijn. Leergeld wil deze kinderen mee laten doen. De stichting wil deze kinderen kansen bieden om te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Leergeld biedt hen hiermee een springplank, waardoor zij opbloeien, kennis en vaardigheden ontwikkelen en eigenwaarde krijgen.
Hieronder staan de plichten genoemd waar elke school in Nederland mee te maken heeft.
Scholen hebben de volgende rechten en plichten: vrijheid van onderwijs, toelating, ordemaatregelen, schorsing en verwijdering, invulling onderwijs, zorgplicht bij aanmelding, zorgplicht voor een veilige omgeving, meldcode huiselijk geweld, zorgplicht kwaliteit onderwijs en informatieplicht.
De school heeft zijn verplichtingen, maar ook ouders hebben deze.
Waar heb ik als ouder recht op ten aanzien van onderwijs? Goede communicatie tussen ouders en school is heel erg belangrijk! Die communicatie is mogelijk als beide partijen zich bewust zijn van hun rechten en plichten en aan de hand daarvan een gemeenschappelijke basis weten te vinden. Er is altijd een gemeenschappelijk belang: het welzijn van het kind dat onderwijs volgt. Wat zijn mijn rechten als ouder?
Ieder kind is anders. Wanneer jouw kind extra ondersteuning of een eigen aanpak op school nodig heeft, dan kun je in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school van jouw keuze zien of deze ondersteuning geboden kan worden. In een gesprek met de school kun je als ouder je vragen over het ondersteuningsprofiel stellen en kan de school dit profiel toelichten.
Als je kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de kinderopvang of de oude school, voor informatie over jouw kind. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.