Het kan veel steun geven om je ervaringen, vragen en zorgen te delen met andere ouders die in een vergelijkbare situatie zitten.
LEV Groep
De LEV Groep organiseert op diverse plekken in de regio informatiebijeenkomsten en cursussen over opvoeden. Ouders kunnen ervaringen met elkaar uitwisselen en leren met en van elkaar. Daarnaast zijn er in Nederland verschillende ouderverenigingen of ouderinitiatieven, waarvan we er hier enkele zullen noemen.
Ouders & Onderwijs
Ouders & Onderwijs is een organisatie voor alle ouders met kinderen in de schoolgaande leeftijd. De organisatie heeft twee functies: ze helpen en vertegenwoordigen ouders. Allereerst helpt Ouders & Onderwijs ouders door ze te informeren en adviseren over alles wat met onderwijs te maken heeft. Dit doen ze door vragen van ouders te beantwoorden en advies te geven via de kennisbank op de website of telefonisch, persoonlijk advies via het adviespunt. Daarnaast vertegenwoordigen ze ouders richting de politiek, de onderwijssector en in de media.
Oudervereniging Balans
Oudervereniging Balans versterkt de positie van kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen bij leren en/of gedrag. Zij wisselen kennis en ervaringen uit tussen ouders, onderwijs, zorgprofessionals en wetenschap.
Ervaringskenniscentrum (Sch)ouders
(Sch)ouders is een platform van, voor en door ouders van een kind met een lichamelijke- en/of een verstandelijke beperking, chronische ziekte en/of ontwikkelingsproblematiek (zorgkinderen). (Sch)ouders richt zich op onderwerpen waar ouders van zorgkinderen mee te maken (kunnen) krijgen op enig moment, ongeacht de soort beperking of aandoening. Zo hebben zij onder andere een Routekaart Zorg ontwikkeld, waarbij ouders op een visuele manier worden meegenomen in de stappen die zij kunnen zetten op zoek naar de juiste zorg.
Het ervaringskenniscentrum (Sch)ouders heeft drie belangrijke doelen:
• Ontmoeten & Delen
• Kennis & Informatie
• Ondersteuning & Advies
Ga met elkaar in gesprek. Soms kijkt een intern begeleider of zorgcoördinator van de school ook mee naar de situatie. Het kan ook zijn dat iemand anders dat doet.
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
Als je je zorgen maakt over je kind, wacht dan niet te lang om met de leerkracht te praten. Maak hiervoor een aparte afspraak en plan het gesprek op een rustig moment. Vertel kort en bondig waarom je een gesprek wilt, zodat de leerkracht weet waarover het gaat en zich kan voorbereiden.
Wanneer de school denkt dat jouw kind extra hulp nodig heeft, zijn er gesprekken met jou als ouder. Die gesprekken zijn met mensen van de school zoals de intern begeleider (IB-er) of de leerkracht en met andere deskundigen. Bijvoorbeeld een psycholoog, een jeugdarts of logopedist. Die gesprekken noem je vaak MDO, dat is de afkorting voor een multidisciplinair overleg.
Het is belangrijk dat je als ouder goed samenwerkt met de school. Jij kent je kind goed en ziet hoe het thuis met je kind gaat. En jij weet wat je kind nodig heeft. De school ziet hoe het met je kind op school gaat.
De basisschool stelt het advies voor leerlingen in groep 8 op. Als je het als ouder niet eens bent met het advies van de school, kan je de volgende dingen doen:
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom jij en de school iets anders vinden. Jij ziet je kind thuis, ziet hoe het zich voelt en luistert naar wat het vertelt over school. De leerkracht ziet jouw kind alleen op school. Deze situaties kunnen anders zijn. Ook kan het zijn dat jij en de school anders denken over wat je bij jouw kind ziet.
De school of de ouders kunnen contact opnemen met de jeugdarts als het niet goed gaat met een kind. De jeugdarts denkt ook mee als een kind naar speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO) gaat, of als een kind tijdelijk niet (elke dag) naar school kan.
De leerplichtambtenaar controleert vanuit de gemeente of ouders en kinderen zich houden aan de Leerplichtwet. Als er problemen zijn met het schoolbezoek, zoekt hij samen met de school en ouders naar een oplossing. Ook kan hij ouders of jongeren voorlichting geven waarom het belangrijk is om naar school te gaan.
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
Als je kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de kinderopvang of de oude school, voor informatie over jouw kind. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.