De school waar je kind vandaan komt, moet informatie over je kind geven aan de nieuwe school. Die nieuwe school kan een andere reguliere school zijn, speciaal onderwijs of de middelbare school. De school geeft de informatie door het maken van een onderwijskundig rapport (OKR).
In het onderwijskundig rapport staan vijf onderdelen met informatie. Deze onderdelen zijn:
De school maakt het onderwijskundig rapport. Maar jij mag de school wel vragen om jouw opmerkingen erbij te zetten.
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
De leerkracht van groep 8 weet welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben op de middelbare school. De basisschool bespreekt dat met de ouders en geeft dit ook in de overdracht door aan de betreffende vmbo-school.
Meestal in groep 7 wordt er een pré-advies gegeven. Dit pré-advies geeft een richting aan waar de school op dat moment aan denkt. In groep 8 krijgt je kind een definitief schooladvies. Met dit schooladvies ga je samen met je kind op zoek naar een school die het best passend is. Aanmelden kan alleen binnen een bepaalde periode. De school voor voortgezet onderwijs hanteert bepaalde toelatingseisen en beslist of het je kind toelaat. Hierbij volgt de school over het algemeen het basisschooladvies.
De basisschool stelt het advies voor leerlingen in groep 8 op. Als je het als ouder niet eens bent met het advies van de school, kan je de volgende dingen doen:
Het is niet nodig om een diagnose zoals ADHD of autisme te hebben, voordat de school extra hulp kan geven. Maar een diagnose kan de school soms wel helpen om te weten welke hulp je kind nodig heeft.
Ouders moeten altijd eerst aanmelden bij een reguliere VO school. Daar wordt gekeken of zij tegemoet kunnen komen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind. Als de reguliere VO school aangeeft dat dit niet kan, moeten zij dit aangeven bij het samenwerkingsverband VO van deze regio (RSW PVO).
Niet ieder kind kan zomaar worden toegelaten tot de praktijkschool (PRO). Hiervoor heb je een ‘toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs’ (TLV-PRO) nodig.
Veel scholen vragen aan ouders elk jaar een financiële bijdrage. Deze bijdrage is altijd vrijwillig, ouders mogen er zelf een besluit over nemen en zijn niet verplicht om deze te betalen.
Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Dit doen ze meestal voor meer dan één school. Soms is een schoolbestuur ook verantwoordelijk voor kinderopvang. Wanneer scholen en opvang helemaal geïntegreerd zijn spreken we van een integraal kindcentrum (IKC).
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
In groep 8 van de basisschool krijgt je kind een definitief schooladvies. De basisschool geeft hiermee advies over welk type voortgezet onderwijs past bij het niveau van je kind. Hierbij wordt gekeken naar de leerprestaties en ontwikkeling van je kind tijdens zijn of haar schoolloopbaan, maar ook naar andere factoren, zoals de werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het oordeel van de leraar staat hierbij centraal. Basisscholen kunnen een enkelvoudig schooladvies voor één onderwijstype geven, bijvoorbeeld HAVO. Maar ze kunnen ook een meervoudig of dubbel schooladvies geven, zoals VMBO-T / HAVO. Leerlingen met een meervoudig schooladvies mogen zich aanmelden voor het hoogste van de twee onderwijsniveaus. Uiteindelijk bepaalt de middelbare school op welk niveau de leerling wordt geplaatst. Scholen die slechts één schoolsoort aanbieden, hoeven leerlingen met een dubbel advies niet verplicht te plaatsen.
PRO is een afkorting voor praktijkonderwijs. Praktijkonderwijs is een speciaal soort voortgezet onderwijs. In het praktijkonderwijs krijg je veel praktijklessen en weinig theorie. Kinderen leren hier vooral door te doen.
Hieronder staan de plichten genoemd waar elke school in Nederland mee te maken heeft.
Ieder kind is anders. Wanneer jouw kind extra ondersteuning of een eigen aanpak op school nodig heeft, dan kun je in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school van jouw keuze zien of deze ondersteuning geboden kan worden. In een gesprek met de school kun je als ouder je vragen over het ondersteuningsprofiel stellen en kan de school dit profiel toelichten.
Als je kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de kinderopvang of de oude school, voor informatie over jouw kind. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft.
Er zijn in Nederland verschillende onderwijstypen voor het voortgezet onderwijs:
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.