In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) legt de school ten minste eenmaal per 4 jaar vast hoe zij de ondersteuning van leerlingen invult. In dit document staat wat de basisondersteuning is, maar vind je ook de extra ondersteuning die de school kan bieden met hulp van het samenwerkingsverband.
Ondersteuning wordt verdeeld in basisondersteuning en extra ondersteuning. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) staat welke basisondersteuning en welke extra ondersteuning de school geeft.
De school moet elke vier jaar een nieuw schoolondersteuningsprofiel maken. Je vindt het schoolondersteuningsprofiel in de schoolgids of apart op de website van de school.
Kun je het schoolondersteuningsprofiel niet vinden? Of is het ouder dan vier jaar? Vraag er dan om bij de school.
Lees meer over basisondersteuning en extra ondersteuning bij de vragen:
Wat is basisondersteuning?
Wat is extra ondersteuning?
Op de website van Ouders&Onderwijs staat informatie over het schoolondersteuningsprofiel.
Ga met elkaar in gesprek. Soms kijkt een intern begeleider of zorgcoördinator van de school ook mee naar de situatie. Het kan ook zijn dat iemand anders dat doet.
De school heeft zorgplicht. Dit houdt in dat jullie samen op zoek gaan naar een school die het beste de specifieke ondersteuning kan bieden die jouw kind nodig heeft. Elk kind heeft namelijk recht op onderwijs dat het best passend voor hem of haar is. Dit gebeurt bij voorkeur op een plek waar jouw kind zich samen met andere kinderen kan ontwikkelen.
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
De keuze van een school kan best lastig zijn. Ligt de school in de buurt? Gaan andere kinderen uit het gezin of vriendjes of vriendinnetjes naar een bepaalde school? Op welke school kan mijn kind zich optimaal ontwikkelen? En sluiten het onderwijs aan en de lesmethode aan bij mijn kind?
Wanneer de school denkt dat jouw kind extra hulp nodig heeft, zijn er gesprekken met jou als ouder. Die gesprekken zijn met mensen van de school zoals de intern begeleider (IB-er) of de leerkracht en met andere deskundigen. Bijvoorbeeld een psycholoog, een jeugdarts of logopedist. Die gesprekken noem je vaak MDO, dat is de afkorting voor een multidisciplinair overleg.
Kinderen kunnen heel verschillende soorten hulp nodig hebben. Zoals hulp bij het plannen en organiseren van schoolwerk of extra oefening van de stof. Of uitleg in kleine groepjes bij lezen of rekenen. En bijvoorbeeld hulp bij de gymles, het leggen van contacten of een aangepaste stoel.
Het is belangrijk dat je als ouder goed samenwerkt met de school. Jij kent je kind goed en ziet hoe het thuis met je kind gaat. En jij weet wat je kind nodig heeft. De school ziet hoe het met je kind op school gaat.
De basisschool stelt het advies voor leerlingen in groep 8 op. Als je het als ouder niet eens bent met het advies van de school, kan je de volgende dingen doen:
Het is niet nodig om een diagnose zoals ADHD of autisme te hebben, voordat de school extra hulp kan geven. Maar een diagnose kan de school soms wel helpen om te weten welke hulp je kind nodig heeft.
Ouders hebben in Nederland het recht om zelf een school te kiezen voor hun kind. Dat geldt in principe ook voor het kiezen van een S(B)O school.
Dat kan. Maar dat moet je wel vertellen bij de aanmelding. Je moet ook vertellen op welke school jij jouw kind het liefst wil inschrijven. Die school heeft dan de zorgplicht.
Je bent vrij om te bepalen bij welke school je je kind wilt aanmelden.
Ja, dat kan. Als de school, jij en je kind vinden dat dat het beste past. De school waar je kind nu op zit, kan je helpen om een school te vinden die de hulp kan geven die jouw kind nodig heeft. Iedere school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel waarin je kunt lezen welke hulp een school kan geven.
Een school mag een leerling weigeren als de school vol is. Maar, een school moet altijd een consequent en transparant toelatingsbeleid voeren. Daarbij hoort dat het toelatingsbeleid ook voor de ouders toegankelijk is.
De schoolleiding en leerkrachten en jij als ouder natuurlijk, mogen gegevens over jouw kind inzien en ook samen bespreken. Ook mag de onderwijsinspectie altijd om informatie over kinderen vragen, zodat de inspectie kan onderzoeken of een school zijn werk goed doet.
Als jouw kind basisondersteuning nodig heeft, dan wordt dat opgeschreven in een leerlingdossier. Daarin staat wat voor basisondersteuning jouw kind krijgt. Hoe vaak jouw kind deze hulp krijgt en hoe het gaat. Bijvoorbeeld of je kind wel of niet vooruitgaat. En of extra oefenwerk lastig is voor je kind of dat het juist goed lukt. Als ouder mag je altijd meepraten over de basisondersteuning. Want ook hierbij is het belangrijk dat ouders en de school goed samenwerken. Maak afspraken over hoe jullie elkaar laten weten hoe het gaat.
Als jouw kind extra ondersteuning nodig heeft, moet de school een plan maken met doelen. Dit plan noem je het ontwikkelingsperspectief (OPP).
Nee. De school hoeft niet alle leerlingen die worden aangemeld op de eigen school te plaatsen. Wel moet de school altijd eerst onderzoeken of zij zelf je kind een passend onderwijsaanbod kunnen bieden.
Soms heeft de school gegevens van jouw kind nodig. Bijvoorbeeld een verslag van een onderzoek of behandeling. De school mag alleen verslagen lezen als jij hier toestemming voor geeft. Zeg niet zomaar ja of nee. Denk goed na welke informatie nodig is om met de school te delen. Je kunt eerst vragen stellen aan de school. Waarom ze de informatie nodig hebben bijvoorbeeld. En wie het allemaal kunnen lezen.
Meestal kunnen ouders hun kind aanmelden door een inschrijfformulier in te vullen. Op de website van de school staat de aanmeldprocedure beschreven. Lees deze goed door.
Een kind kan vanaf 4 jaar naar school. Vanaf 3 jaar kunnen ouders/verzorgers hun kind (schriftelijk) aanmelden op een school.
Als kinderen dreigen uit te vallen in het reguliere onderwijs, omdat zij, naast onderwijs ook zorg nodig hebben, kunnen onderwijszorgarrangementen (OZA’s) voorkomen dat ze thuiszitter worden. In de OZA’s worden zorg en onderwijs gecombineerd met de bedoeling dat een kind weer voldoende welbevinden en zelfvertrouwen krijgt om weer aan het onderwijs deel te kunnen nemen.
De zorgplicht van de school begint op het moment dat jij jouw kind schriftelijk aanmeldt. De zorgplicht blijft bestaan tot er een andere school is waar jij jouw kind aanmeldt. Ook als die nieuwe school waar jij jouw kind aanmeldt, een andere school beter vindt passen. Alleen ouders kunnen een kind aanmelden.
In Nederland mogen kinderen vanaf 4 jaar naar een basisschool. Als ze 5 jaar zijn, dan is het onderwijs verplicht. Vanaf 3 jaar mogen kinderen aangemeld worden bij een basisschool.
Soms weet je al voordat je kind naar school gaat, dat hij of zij extra hulp nodig heeft. Dat moet je vertellen bij het aanmelden bij de school. De school gaat dan informatie verzamelen over jouw kind. Dit doen ze omdat ze willen weten welke soort hulp je kind nodig heeft en hoeveel hulp.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom jij en de school iets anders vinden. Jij ziet je kind thuis, ziet hoe het zich voelt en luistert naar wat het vertelt over school. De leerkracht ziet jouw kind alleen op school. Deze situaties kunnen anders zijn. Ook kan het zijn dat jij en de school anders denken over wat je bij jouw kind ziet.
Soms lukt het de school niet om jouw kind genoeg hulp te bieden. Hierdoor kan jouw kind zich niet goed genoeg ontwikkelen. Dat noemt een school handelingsverlegen zijn.
De school gaat kijken of ze jouw kind kunnen inschrijven. Dat doen ze aan de hand van informatie die jij aan de school geeft.
Een school moet een leerling hulp kunnen geven bij alledaagse problemen die regelmatig voorkomen. Zoals eenvoudige lees- en rekenproblemen. Dat noem je basisondersteuning. Sommige scholen specialiseren zich in een bepaald soort extra hulp. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) staat welke basisondersteuning en welke extra ondersteuning de school geeft en ook hoe zij dat doen.
Veel scholen vragen aan ouders elk jaar een financiële bijdrage. Deze bijdrage is altijd vrijwillig, ouders mogen er zelf een besluit over nemen en zijn niet verplicht om deze te betalen.
In een samenwerkingsverband werken alle scholen en gemeenten in een regio samen om te zorgen dat er in die regio passend onderwijs is voor ieder kind. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband staan de afspraken die in jouw regio zijn gemaakt over extra ondersteuning.
De school waar je kind vandaan komt, moet informatie over je kind geven aan de nieuwe school. Die nieuwe school kan een andere reguliere school zijn, speciaal onderwijs of de middelbare school. De school geeft de informatie door het maken van een onderwijskundig rapport (OKR).
Een onderwijszorgarrangement (OZA) is speciaal ontwikkeld voor kwetsbare kinderen die het alleen redden op school als er extra ondersteuning en zorg op school wordt ingezet.
Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Dit doen ze meestal voor meer dan één school. Soms is een schoolbestuur ook verantwoordelijk voor kinderopvang. Wanneer scholen en opvang helemaal geïntegreerd zijn spreken we van een integraal kindcentrum (IKC).
Een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is als het ware een toegangsbewijs voor een speciale onderwijsvoorziening. Jouw kind kan daarna naar een school die beter aansluit op zijn/haar onderwijsbehoeften en kan zijn/haar ontwikkeling daar voortzetten. Vooraf wordt afgesproken of dit tijdelijk nodig is, of langer. De onderwijsbehoeften van je kind blijven centraal staan.
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
Misschien heeft je kind meer hulp nodig dan de basisondersteuning. Dan kan je kind extra ondersteuning krijgen.
Het is belangrijk te weten dat een aanmelding iets anders is dan een inschrijving. De aanmelding vindt plaats als jij de school laat weten, dat je graag zou willen dat je kind daar onderwijs gaat krijgen. Na het aanmelden gaat de school kijken of ze jouw kind kunnen inschrijven. De school laat jou altijd in een brief of e-mail weten of je kind wel of niet wordt ingeschreven op de school.
Een transparant toelatingsbeleid betekent dat de school bijvoorbeeld in de schoolgids en/of op de website van de school een toelichting kan geven over het beleid.
Als een leerling op meerdere scholen wordt aangemeld, wordt aan ouders gevraagd welke school hun voorkeur heeft. Deze voorkeurschool krijgt zorgplicht. Bij de aanmelding geven ouders aan of zij verwachten dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft.
ls je het niet eens bent met de geboden plek, heb je een aantal mogelijkheden. De eerste stap is samen met de school proberen om een oplossing te vinden. Als je er met de school niet uitkomt kun je de volgende stappen zetten: * Ouders kunnen contact opnemen met het samenwerkingsverband van de school van aanmelding. * Ouders (of school) kunnen de hulp inroepen van een onderwijsconsulent. * Ouders kunnen bezwaar maken bij het bevoegd gezag van de school. * Ouders kunnen een oordeel vragen aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs. * Ouders kunnen een oordeel vragen aan het College voor de Rechten van de Mens. * Ouders kunnen naar de rechter stappen.
Hieronder staan de plichten genoemd waar elke school in Nederland mee te maken heeft.
Scholen hebben de volgende rechten en plichten: vrijheid van onderwijs, toelating, ordemaatregelen, schorsing en verwijdering, invulling onderwijs, zorgplicht bij aanmelding, zorgplicht voor een veilige omgeving, meldcode huiselijk geweld, zorgplicht kwaliteit onderwijs en informatieplicht.
De school heeft zijn verplichtingen, maar ook ouders hebben deze.
Waar heb ik als ouder recht op ten aanzien van onderwijs? Goede communicatie tussen ouders en school is heel erg belangrijk! Die communicatie is mogelijk als beide partijen zich bewust zijn van hun rechten en plichten en aan de hand daarvan een gemeenschappelijke basis weten te vinden. Er is altijd een gemeenschappelijk belang: het welzijn van het kind dat onderwijs volgt. Wat zijn mijn rechten als ouder?
Ieder kind is anders. Wanneer jouw kind extra ondersteuning of een eigen aanpak op school nodig heeft, dan kun je in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school van jouw keuze zien of deze ondersteuning geboden kan worden. In een gesprek met de school kun je als ouder je vragen over het ondersteuningsprofiel stellen en kan de school dit profiel toelichten.
Als je kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de kinderopvang of de oude school, voor informatie over jouw kind. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft.
Bij verhuizingen gelden dezelfde regels als bij aanmelden. Ouders melden hun kind aan op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.