Voorschoolse- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is een ondersteuningsprogramma dat erop gericht is om onderwijs- of ontwikkelingsachterstand bij jonge kinderen van circa 2 tot 6 jaar te verminderen. Met voorschools wordt de periode bedoeld tot aan de basisschool en vroegschools de periode van de eerste 2 jaar op de basisschool. Met een VVE indicatie kunnen kinderen een betere start maken aan het begin van de basisschool. Dat kan een positief effect hebben op hun verdere schoolloopbaan.
VVE bestaat uit twee onderdelen:
Dit gebeurt op de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf en richt zich op peuters van 2 à 2,5 en 3 jaar. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten.
Dit gebeurt op de basisschool en is gericht op kleuters.
Een VVE-programma richt zich op meerdere ontwikkelingsgebieden. Het omvat:
Wanneer je vragen of zorgen hebt over de spraak- taalontwikkeling van je kind kun je altijd contact opnemen met de GGD of het consultatiebureau. Je hoeft niet te wachten tot je wordt opgeroepen. Je kunt dan eventueel worden verwezen naar een logopedist of nader onderzoek op een andere plek.
· Beginnende rekenvaardigheid: hierbij gaat het om het leren tellen, het meten en de oriëntatie in ruimte en tijd.
· Motorische ontwikkeling: hierbij gaat het om het ontwikkelen van de grove en de fijne motoriek.
· Sociaal-emotionele ontwikkeling: hierbij gaat het om het stimuleren van zelfstandigheid, zelfvertrouwen en het samen spelen en werken.
Wanneer je vragen of zorgen hebt over de spraak- taalontwikkeling van je kind kun je altijd contact opnemen met de GGD of het consultatiebureau. Je hoeft niet te wachten tot je wordt opgeroepen. Je kunt dan eventueel worden verwezen naar een logopedist of nader onderzoek op een andere plek.
Ga met elkaar in gesprek. Als de pedagogisch medewerker denkt dat er iets mis is, is het belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. Zo krijg je zicht op elkaars ervaringen met je kind. Als iemand van buiten de opvang bij het gesprek betrokken wordt, dan is daarvoor altijd de toestemming van ouders nodig. De opvang heeft andere ervaringen met je kind dan jij. Zo kunnen er verschillende visies op de ontwikkeling van je kind bestaan en samen kun je zoeken naar een passende oplossing of ondersteuning.
Heb je het gevoel dat jouw kind niet goed past in de groep of dat jouw kind zich net wat anders ontwikkelt dan de andere kinderen bij de opvang?
Of je nu voor het slapen gaan een mooi verhaal voorleest of samen een prentenboek bekijkt, met een boek worden herinneringen voor het leven gemaakt. Daarnaast heeft voorlezen een positief effect op woordenschat, spelling en tekstbegrip.
Het consultatiebureau bepaalt of je kind in aanmerking komt voor VVE op basis van richtlijnen die hiervoor in jouw gemeente zijn opgesteld. Wil je graag dat je kind hier gebruik van maakt, dan kun je dit zelf aangeven bij het consultatiebureau. De arts van het consultatiebureau kan ook met het voorstel komen om VVE aan te vragen. In elke gemeente gelden andere voorwaarden om voor VVE in aanmerking te komen. Kijk op de website van je gemeente om te zien welke voorwaarden dat in jouw woonplaats zijn.
Met vragen of zorgen over de opvoeding kan je altijd terecht bij het Consultatiebureau, de GGD, het Centrum voor jeugd en Gezin of je huisarts.
Mijn kind huilt heel veel. Zijn de driftbuien van mijn peuter normaal? En hoe kan ik daar mee omgaan? Mijn dochter in groep drie is nog niet helemaal zindelijk. Een lastige eter aan tafel. Mijn zoon van negen vindt het moeilijk om met andere kinderen samen te spelen. Ik denk dat mijn dochter wordt gepest. Mijn puberzoon is zo somber…
Als je moeite hebt met de Nederlandse taal, kan je tegen vele vragen of problemen aanlopen. Zo kan het lastig zijn om formulieren te begrijpen of vragen hebben over wetten en regelingen. Er zijn meerdere instanties die hierbij ondersteuning kunnen bieden.
Een goed kinderdagverblijf is vaak een heel persoonlijke keuze. Het allerbelangrijkste is dat jij en je kind je er op je gemak voelt. Daarom is een goede afweging vooraf heel belangrijk. Maak voor jezelf een lijstje met zaken die voor jou belangrijk zijn. Bezoek een aantal kinderdagverblijven en bespreek jouw lijstje met de pedagogisch medewerker. Laat ook je gevoel spreken: als jij je er op je gemak voelt, is de kans groot dat dit ook voor je kind geldt.
Veel kinderen groeien op met meer dan één taal. Soms leren kinderen meerdere talen naast elkaar, bijvoorbeeld als de beide ouders een andere moedertaal spreken. Soms leren kinderen verschillende talen na elkaar, bijvoorbeeld als de ouders naar Nederland zijn verhuisd en thuis een andere taal spreken dan het Nederlands.
Ouders kunnen het beste met hun kind praten en voorlezen in de taal die ze het beste spreken, de taal van het hart.
Praat er eens over met mensen in je omgeving die je vertrouwt. Hoe zien zij je kind? Valt ze iets op? Leg jouw beeld voor en kijk hoe zij reageren. Wie weet zien zij het anders en kunnen zij met je meedenken. Het kan ook zijn dat je je niet gesteund voelt door mensen uit je omgeving. Als je zelf het gevoel hebt dat er iets aan de hand is met je kind, probeer dan op je eigen gevoel te vertrouwen.
Vragen over de taalontwikkeling van je kind tot 4 jaar kan je altijd stellen bij het consultatiebureau. Voor kinderen vanaf 4 jaar kan je hiervoor terecht bij de GGD of bij je huisarts.
Als ouder ben je de beste deskundige over je eigen kind. Toch heeft elke ouder wel eens vragen, twijfels of zorgen over de opvoeding of de ontwikkeling van zijn of haar kind. Dat is heel normaal en herkenbaar voor elke ouder. Hieronder vind je een overzicht waar je terecht kan met je vragen.
Voor de ontwikkeling van jonge kinderen is spelen heel belangrijk. Het is een manier om de wereld te verkennen. Door samen met andere kinderen te spelen, leren ze belangrijke sociale vaardigheden zoals rekening houden met elkaar. Er zijn verschillende soorten opvang voor je kind. Wat zijn de verschillen?
Een kind leert de taal door het verkennen van de wereld om hem of haar heen. Als ouder kan je je kind hierbij steeds een stap verder helpen door in te gaan op zijn of haar initiatieven, nieuwe woorden aan te bieden, leuke geluiden te maken en spelletjes op zijn of haar niveau te doen.
Met voorschools wordt de periode bedoeld die vóór de schoolperiode ligt (dus van 0 tot 4 jaar) Met de vroegschoolse periode wordt de kleutertijd bedoeld. Het consultatiebureau geeft de VVE-indicatie af. De gemeente uit jouw woonplaats heeft hiervoor een aantal criteria vastgesteld. De indicatie kan worden afgegeven omdat jouw kind extra ondersteuning nodig heeft op de peuterspeelzaal/kinderopvang met betrekking tot bepaalde ontwikkelingsgebieden, bijvoorbeeld de taalontwikkeling. In diverse gemeente zijn er zorgkaarten/route kaarten gemaakt waar je op kunt zien welke stappen genomen kunnen worden, door wie en wanneer er zorgen zijn rondom de ontwikkeling van het kind. Deze zorgkaarten zijn dan bekend bij het sociaal team en het consultatiebureau. In de praktijk betekent het vaak dat een kind extra speel/leertijd kan krijgen bij de peuterspeelzaal of kinderopvang. De gemeente vergoedt deze extra voorziening. Voorwaarde is wel dat het programma gevolgd wordt op een VVE peuterspeelzaal /kinderopvang. Deze locaties kun je snel en makkelijk terugvinden in het Landelijk Register Kinderopvang.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.