Hieronder staan de plichten genoemd waar elke school in Nederland mee te maken heeft.
* Invulling onderwijs
Scholen moeten zich houden aan het Kinderrechtenverdrag. Hierin staan meerdere doelen waaraan onderwijs moet voldoen. Zo moet onderwijs gericht zijn op de ontwikkeling van de persoonlijkheid, de talenten en mentale en fysieke vermogens van het kind. Het (speciaal) onderwijs voor kinderen met met een fysieke of geestelijke beperking moet gericht zijn op een zo volledig mogelijke integratie in de maatschappij.
Ook moeten scholen zich houden aan de de Salamanca Verklaring, opgesteld door 92 landen tijdens een wereldconferentie in 1994 over speciale onderwijsbehoeften. Hierin wordt aangegeven dat elk kind verschillende karaktereigenschappen, interesses, capaciteiten en leerbehoeften heeft en dat het onderwijs met deze verschillen rekening dient te houden.
* Zorgplicht bij aanmelding
Scholen hebben zorgplicht zodra ouders hun kind schriftelijk bij de school aanmelden. Dit betekent dat de betreffende school er verantwoordelijk voor is om de leerling een passende onderwijsplek te bieden.
* Zorgplicht voor een veilige omgeving
Scholen moeten ervoor zorgen dat de onderwijsomgeving voor kinderen veilig is op sociaal, psychisch en fysiek gebied. Er moet een veilige en positieve sfeer op school zijn. Zo moet school maatregelen nemen om ongepast gedrag zoals pesten, discriminatie en geweld tegen te gaan. De school moet hiervoor een aanspreekpunt en coördinator aanstellen. Daarnaast moet er een beleid zijn rondom de veiligheid van de leerlingen. Bovendien moet school zorgen voor een veilige omgeving wat betreft het schoolgebouw, het schoolterrein en alles wat in het zicht van het schoolgebouw plaatsvindt. Als ouders erom vragen, moeten scholen een tussenschoolse- en buitenschoolse opvang organiseren, waarbij ze ervoor zorgen dat kinderen op een veilige en kindvriendelijke manier kunnen overblijven. De kosten komen voor rekening van ouders.
* Zorgplicht: meldcode huiselijk geweld
Scholen hebben de plicht om een meldcode op te stellen waarin ze stapsgewijs aangeven hoe ze met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling omgaan. Deze meldcode moet eraan bijdragen dat er zo snel en goed mogelijk hulp wordt geboden. Als er sprake is van acute of structurele onveiligheid, kan school een melding doen bij Veilig Thuis. Wanneer school wil melden moet dit vooraf meegedeeld worden aan ouders.
* Zorgplicht kwaliteit onderwijs
De school draagt een zorgplicht voor een goede kwaliteit van onderwijs. Ouders en leerlingen mogen verwachten dat het onderwijs van een bepaalde kwaliteit is. Scholen dragen er zorg voor dat leerlingen een ontwikkelproces doorlopen dat niet of zo min mogelijk wordt onderbroken. Het onderwijs wordt daarbij afgestemd op de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen. Iedere school heeft een schoolontwikkelprofiel (SOP) Hierin staat opgenomen wat de school wel en niet aan extra ondersteuning kan bieden. Heeft het kind extra ondersteuning nodig, dan moet dit in een ontwikkelingsperspectief worden vastgelegd. Ouders dienen dit te ondertekenen.
* Informatieplicht
Elke basisschool is verplicht om elk jaar een nieuwe schoolgids op te stellen en deze aan de ouders van de leerlingen te verstrekken. In de schoolgids moet bepaalde informatie aan ouders worden verstrekt. Daarnaast is de school verplicht om informatie aan ouders te geven over de voortgang van hun kind.
Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag aan de school wat precies het doel is van het gesprek. Welke punten zij willen bespreken. En wie er nog meer bij het gesprek is. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wil bespreken. Waar je je zorgen over maakt (met voorbeelden) en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. De aantekeningen kun je gebruiken bij het gesprek.
Meestal in groep 7 wordt er een pré-advies gegeven. Dit pré-advies geeft een richting aan waar de school op dat moment aan denkt. In groep 8 krijgt je kind een definitief schooladvies. Met dit schooladvies ga je samen met je kind op zoek naar een middelbare school die het best passend is. Aanmelden kan alleen binnen een bepaalde periode. De school voor voortgezet onderwijs hanteert bepaalde toelatingseisen en beslist of het je kind toelaat. Hierbij volgt de school over het algemeen het basisschooladvies.
Wanneer de school denkt dat jouw kind extra hulp nodig heeft, zijn er gesprekken met jou als ouder. Die gesprekken zijn met mensen van de school zoals de intern begeleider (IB-er) of de leerkracht en met andere deskundigen. Bijvoorbeeld een psycholoog, een jeugdarts of logopedist. Die gesprekken noem je vaak MDO, dat is de afkorting voor een multidisciplinair overleg.
Kinderen kunnen heel verschillende soorten hulp nodig hebben. Zoals hulp bij het plannen en organiseren van schoolwerk of extra oefening van de stof. Of uitleg in kleine groepjes bij lezen of rekenen. En bijvoorbeeld hulp bij de gymles, het leggen van contacten of een aangepaste stoel.
De basisschool stelt het advies voor leerlingen in groep 8 op. Als je het als ouder niet eens bent met het advies van de school, kan je de volgende dingen doen:
Het is niet nodig om een diagnose zoals ADHD of autisme te hebben, voordat de school extra hulp kan geven. Maar een diagnose kan de school soms wel helpen om te weten welke hulp je kind nodig heeft.
De school houdt informatie bij over jouw kind. Zeker als je kind extra hulp krijgt. Informatie uit het leerlingvolgsysteem, het leerlingdossier en het ontwikkelingsperspectief (OPP) mag je als ouder opvragen. Hier kun je naar vragen bij de school. Volgens de wet heb je recht op een kopie van alle informatie die over je kind wordt bijgehouden.
Veel scholen vragen aan ouders elk jaar een financiële bijdrage. Deze bijdrage is altijd vrijwillig, ouders mogen er zelf een besluit over nemen en zijn niet verplicht om deze te betalen.
De school waar je kind vandaan komt, moet informatie over je kind geven aan de nieuwe school. Die nieuwe school kan een andere reguliere school zijn, speciaal onderwijs of de middelbare school. De school geeft de informatie door het maken van een onderwijskundig rapport (OKR).
Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Dit doen ze meestal voor meer dan één school. Soms is een schoolbestuur ook verantwoordelijk voor kinderopvang. Wanneer scholen en opvang helemaal geïntegreerd zijn spreken we van een integraal kindcentrum (IKC).
Soms vraagt de basisschool om informatie over jouw kind aan de kinderopvang of de school waar jouw kind eerder op zat. Bijvoorbeeld omdat ze dan met het onderwijs beter kunnen aansluiten bij wat er al bekend is over jouw kind. En ze vragen toestemming voor een gesprek met de leiding of leerkracht die jouw kind al kent. Dit wordt een warme overdracht genoemd.
Ieder kind is anders. Wanneer jouw kind extra ondersteuning of een eigen aanpak op school nodig heeft, dan kun je in het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school van jouw keuze zien of deze ondersteuning geboden kan worden. In een gesprek met de school kun je als ouder je vragen over het ondersteuningsprofiel stellen en kan de school dit profiel toelichten.
Als je kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen om contact met de kinderopvang of de oude school, voor informatie over jouw kind. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van jouw kind. Dat mag alleen als jij hier toestemming voor geeft.
We proberen uiteraard op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven. Staat de vraag waar jij als ouder van een schoolgaand kind mee zit er toch nog niet bij? Stel deze dan hieronder aan ons.